Dag 7
Vrijdag 25 juli
Terug in Nederland

Ay Scheepslog,
Het is verdrietig maar waar: we hebben vier kisten geopend en fantastische foto's gevonden uit mijn jeugd. Maar die brengen mij toch niet bij de schat? Achter op de foto's zitten vreemde figuren. Het lijkt een kaart of een tekst, het heeft de vorm van harten, ruiten, schoppen en klaver, maar ik kan er niks van maken? Houdt het verhaal hier op? Mijn papegaai Hans Kraai probeert me nog op te vrolijken met een mop. Het werkt niet.
De aanval
Alsof het niet genoeg is belanden we in een heuze aanval! Overal in het bos zijn piraten, de een nog sterker dan de ander. Ze vallen aan, zijn wij sterker? Het lijkt wel levend stratego.

Een nieuwe kaart
Terwijl we druk bezig waren de piraten te verslaan, vonden we in het bos een hele grote landkaart met gaten erin. De gaten blijken overeen te komen met de speelkaartfiguren die we deze week hebben gevonden. Nadat we de puzzelstukken in elkaar hebben gezet, zien we de tekst: "We zoeken het antwoord vaak ver, terwijl het al die tijd in de fles zat". Wat moeten we daar nou mee?

Geflest
Papegaai Hans Kraai komt enthousiast aanvliegen! Groot nieuws: hij heeft flessen gevonden! Hij kan ze alleen niet zelf dragen, alle rekruten worden er op uitgestuurd. Ze vinden 52 flessen waar sleutels en vergeelde papieren inzitten.

De laatste kist
De hints uit de flessen geven ons een zetje in de goede richting van de schat. Tijdens het eten komt Kapitein Hoogglans weer langs en samen lossen we het raadsel op. In de grote kast die midden in de eetzaal staat, blijkt al die tijd al een verhuisdoos te staan met daarom een aantal stevige ketting met sloten. Met behulp van de sleutels die we vonden in de flessen, maken we snel de ketting los. Tot onze grote schrik zitten er geen geld, geen snoep en geen diamanten in de doos. Enkel een lange brief en een foto:

Aan mijn zoon, Kapitein Hoogglans,
Mijn beste jongen,
Deze schatreis heb ik speciaal voor jou uitgezet. Het is een herleving van al die avonturen die wij vroeger samen beleefden. Toen jij nog klein genoeg was om onder een touw door te kruipen zonder je laarzen te beschadigen, en ik nog soepel genoeg was om het touw bovenlangs te nemen zonder iets te breken.
Ik weet dat jij tegenwoordig liever blinkt dan zwoegt. Dat je liever je plannen laat uitvoeren door anderen, dan zelf een vuiltje op je glimmende laarzen toe te laten. En gelijk heb je, ware het niet dat je daardoor de geur van modder, het gekraak van takken onder je voeten, en het genot van een zelfgevonden schat mist.
Daarom heb ik de schat zelf samengesteld: geen goud, geen juwelen, geen vieze handen, maar iets waardevollers. Je vond in de schatkist een foto. Jij en ik, toen jij net geboren was. Je kleine vriend Hans Kraai Jr. kwam net uit het ei. Ik droeg je trots in mijn armen. Dat is de ware schat, mijn zoon.
Laat dit aandenken je herinneren aan wat echt telt: samen zijn, durven zoeken, en niet bang zijn om een beetje vies te worden. Want geloof me: het echte leven gebeurt buiten de schoonloopmat.
En nu, tijd voor feest! Vanavond viert iedereen onze reis, en jij: jawel, jij, betaalt de drank. Dat hoort erbij als kapitein. En wie weet… de volgende keer durf je zélf op zoek te gaan. Je vader gelooft in je.
Met glanzende trots,
Ook namens Hans Kraai Senior,
Kapitein Hoogglans Senior
